Inleiding
Luxatie betekent ontwrichting en AC is een afkorting die staat voor Acromio-Claviculair. Het AC-gewricht is de verbinding tussen het sleutelbeen (clavicula) en het schouderblad (het acromion is het dak van het schouderblad). De uiteinden van dit gewricht zijn bedekt met kraakbeen en tussen beide zit een discus, een soort kraakbeenschijfje. Het zit stevig ingepakt in een gewrichtskapsel. Verschillende gewrichtsbanden verbinden het schouderdak en het sleutelbeen en zorgen er zo voor dat alles op zijn plaats blijft zitten.
Meestal is een val (met de fiets, tijdens judo, …) de oorzaak van een ontwrichting van het AC-gewricht. Er bestaan verschillende gradaties van ontwrichting:
- Graad 1: de gewrichtsbanden en het kapsel zijn uitgerekt en gekneusd, maar niet gescheurd.
- Graad 2: het kapsel rond het gewricht is doorgescheurd. De gewrichtsbanden houden het schouderblad echter nog op zijn plaats.
- Graad 3: het kapsel is gescheurd en ook de gewrichtsbanden zijn doorgescheurd.
- Graad 4-5-6: dit zijn nog ergere vormen waarbij er ook spierscheuren optreden het sleutelbeen soms door de spieren door zit.
Symptomen
Pijn, zwelling, soms is er ook een bloeduitstorting. Afhankelijk van de ernst van de ontwrichting is er een bobbel aan het uiteinde van het sleutelbeen. De hoogstand van het sleutelbeen kan je soms naar beneden duwen: pianotoets-teken.
Behandeling
- Graad 1 en 2 worden meestal niet operatief behandeld: een draagdoek en enkele weken rust volstaan meestal.
- Graad 4, 5 en 6 worden het best operatief behandeld.
- Graad 3 is een grensgeval. Ben je erg sportief of verricht je zwaar lichamelijk werk, dan wordt het geopereerd. In het andere geval kun je beginnen met een niet-operatieve behandeling. Vlot het daarmee niet, dan kun je een operatie in tweede tijd overwegen.
Operatie
Bij de operatieve behandeling wordt het sleutelbeen gereduceerd. Om deze reductie te behouden moet het sleutelbeen gefixeerd worden. Dit kan door een bestaand ligament te gebruiken : de zogenaamde Weaver-Dunn operatie of een variant hiervan. Hierbij wordt het sleutelbeen naar beneden getrokken door het coraco-acromiaal-ligament te verplaatsen, waarbij vaak tevens een band of draad tussen het sleutelbeen en het coracoïd ligament wordt geplaatst. Het uiteinde van het sleutelbeen wordt hierbij al dan niet verwijderd. Deze ingreep kan soms ook artroscopisch (kijkoperatie) uitgevoerd worden.
Complicaties
Van de conservatieve behandeling: blijvende pijn, zichtbare storende zwelling, licht krachtverlies, artrose van het AC-gewricht op langere termijn, bij type 3 of meer soms verstoring van de beweeglijkheid van het schouderblad.
Verwikkelingen van de operatieve behandeling: blijvende pijn, artrose van het AC-gewricht op langere termijn, infectie, onesthetisch litteken, loslating van de fixatie, lichte krachtvermindering, hematoom (bloeding), zenuwbeschadiging.
Revalidatie
Na een chirurgische ingreep voor een AC-luxatie krijgt men meestal drie tot zes weken een draagdoek of sling. Pendeloefeningen zijn in de weken na de ingreep vaak aan te bevelen, maar het heffen en opheffen van de arm boven de schouderhoogte is tijdens de eerste zes weken absoluut uit den boze. Meestal is er een sportverbod van drie maanden (voor contactsporten zelfs zes maanden).
Kosten verbonden aan een deze ingreep
De ingreep zelf wordt quasi volledig terugbetaald door de mutualiteit, en afhankelijk van uw kamerkeuze zal uw opleg zeer beperkt zijn. De chirurgische materialen (= band ter vervanging van het coracoïd ligament) die bij de ingreep gebruikt worden zijn sinds 2015 grotendeels terugbetaald.